Je bekijkt nu De lat mag omlaag

De lat mag omlaag

In mijn praktijk en om me heen zie ik veel vrouwen die de lat voor zichzelf hoog leggen. Een lat waarvan ze vinden dat ze wel even aan moeten voldoen, want dat doet toch iedereen? Of ze willen aan die lat voldoen omdat dat toch het beste is voor hun (aanstaande) kind.

Dat kan al voorafgaand aan de zwangerschap spelen. Door bijvoorbeeld alles in het werk te stellen en aan te passen om zwanger te worden. Dat is natuurlijk heel mooi en ik denk ook zeker dat het niet verkeerd is om bepaalde gedragingen aan te passen als je graag zwanger wilt worden, maar het zorgt ook voor het idee dat het leven maakbaar is. Dat je alles wel voor elkaar krijgt als je maar goed genoeg je best doet. En dat je dus faalt als dat je niet lukt. Bij wel of niet zwanger worden is het resultaat, of het uitblijven van resultaat, overduidelijk. De buitenwereld kan daar dan ook weer wat van vinden en aarzelt vaak niet omdat ook te delen; “je moet er minder mee bezig zijn”, “je moet het gewoon even los laten, dan komt het vanzelf”, “heb je … al geprobeerd?”, “bij mijn vriendin/buurvrouw/kennis/schoonzus/zus/vul maar in werkte …, dat zou je ook eens moeten doen”.

Het zijn allemaal opmerkingen die goed bedoelt zijn, maar die vaak het gevoel versterken dat je het niet goed doet. Dat je faalt. Dat je niet aan je eigen verwachtingen, maar ook niet aan die van anderen kan voldoen en dat is pittig.

Ook als je wel zwanger raakt en als je een kind krijgt is daar vaak die lat weer. Hoe het allemaal zou moeten gaan; de zwangerschap zelf, de bevalling en het opvoeden van een kind.

Als de zwangerschap niet lekker verloopt lukt het soms nog wel om dat te koppelen aan de hormonen, maar soms is dat ook moeilijk. Dan kan dat ook voelen als falen. Waarom doet mijn lichaam niet wat al die andere vrouwenlichamen blijkbaar wel kunnen. Wat doe ik fout? Terwijl het niet de vraag is wat jij fout doet, want waarschijnlijk doe je niet veel fout. Het is meer de vraag hoe je om kan gaan met de tegenslagen die blijkbaar op jouw pad komen. Sommige tegenslagen kunnen namelijk verklaard worden. Soms is er een verklaring waarom de één makkelijker zwanger wordt dan de ander, of waarom de één makkelijker bevalt dan de ander. Mijn tweede zoon woog 4600 gram bij zijn geboorte. Dus dat die bevalling wat moeilijker verliep, was te verklaren. Waarom de bevalling van mijn eerste zoon, die een kilo lichter was, niet zo lekker verliep? Zeg het maar. Ik had geen idee. Maar toch kwamen de gedachten dat ik me aanstelde of dat ik niet goed genoeg mijn best deed. Nu achteraf kan ik het in perspectief zien, maar als je er middenin zit, is dat lastig en kan het fijn zijn om daar eens met anderen over te praten. Het lastige daarbij is alleen wel dat je je kwetsbaar moet opstellen. Je deelt iets wat heel persoonlijk is, maar vaak zijn er altijd wel mensen in je omgeving die dit zullen herkennen. En dát zorgt er juist vaak voor dat de lat wat omlaag kan; “oké, misschien ligt het dan toch niet aan mij”.

En als je kind er dan eenmaal is, is die lat dan weg? Nee zeker niet. Je hebt vaak wel een idee van hoe je je kind wil opvoeden (of hoe juist niet). Je hebt ideeën over jezelf als ouder. En misschien kan je een deel van de tijd wel aan die ideeën voldoen, maar waarschijnlijk ook een deel van de tijd niet. En als je merkt dat je er niet aan kan voldoen, dan baal je vaak van jezelf. Je wordt te snel boos, je bent te veel aan het werk, je zou meer geduld moeten hebben, je zou meer tijd met je kind moeten doorbrengen, je begrijpt niet wat je kind bedoelt, of je bent misschien te veel afgeleid door je telefoon. Allerlei redenen waardoor je misschien niet doet wat je het liefst zou willen; een toegewijde ouder zijn die altijd rustig naar zijn of haar kind reageert met volledige aandacht en perfect snapt wat je kind op elk moment nodig heeft. Dat doen die andere (perfecte) ouders toch ook? Maar is dat wel zo? En is het wel haalbaar? Wie kan dat wel? En daarbij; wat leer je daarbij aan je kind?

Natuurlijk is het voor kinderen fijn als hun ouders er voor hen zijn, hen begrijpen en hen helpen om hun emoties te reguleren. Het reguleren van emoties betekent dat kinderen uiteindelijk leren om niet direct in huilen uit te barsten of boos te worden als hen iets niet aan staat, maar dat ze uiteindelijk leren om een gesprek aan te gaan en niet hun emoties de overhand te laten nemen. Dat kan je ze pas leren als je dit zelf ook kan. En nogmaals; dat kunnen we niet altijd. Ik reageer ook geregeld op een manier op mijn kinderen waarvan ik achteraf denk; dat was niet handig. Maar dat herstel ik regelmatig ook weer. “sorry jongens, ik was even heel boos, maar ik had niet zo hoeven te reageren. Ik ga erop proberen te letten”. Daarmee leer je je kind ook dat iedereen wel eens boos is en even niet kan reageren zoals we het liefste willen, maar dat je dat ook weer kan herstellen. Bij jongere kinderen herstel je je bijvoorbeeld als je kindje aan het huilen is en je van alles probeert (heeft je kind een schone luier nodig? Heeft hij misschien honger? Is hij gewoon verdrietig?) en uiteindelijk misschien het juiste vindt en je je kind rustig krijgt. Of misschien om tijdens het troosten je kindje even in zijn of haar bedje te leggen omdat je voelt dat je zelf te gefrustreerd raakt. Zodat je even uit de situatie kan, rustig kan worden en een paar minuten later weer terug kan komen om er te zijn voor je kind.

Het belangrijkste eigenlijk wat ik hierover wil delen is het volgende. We leggen die lat voor onszelf hoog; we moeten goede ouders zijn en het liefst 100% van de tijd. Oké, dat lukt misschien niet, maar dan zal het toch zeker wel 75% van de tijd moeten zijn, of in ieder geval meer dan de helft van de tijd. Want welke gevolgen heeft het anders wel niet voor ons kind?!
Wat blijkt uit onderzoek? Als je 30% van de tijd op een juiste manier op je kind reageert, dan zit je goed! Dus als 1 op de 3 momenten tussen jullie slagen, dan is het goed genoeg. Meer mag natuurlijk altijd en herstellen kan ook altijd. Dus lieve ouders; de lat kan echt wel wat omlaag. Het gaat niet om perfect-ouderschap, maar het gaat om goed-genoeg-ouderschap. Niemand kan het perfect doen, maar als we het goed genoeg proberen te doen en het regelmatig proberen te herstellen op het moment dat het niet goed gaat, dan is dat voor je kind heel fijn. Dus laten we samen gaan voor goed-genoeg-ouderschap. En hier ook af en toe met elkaar eens over praten. Zodat we weten dat iedereen weleens baalt van zichzelf als (aanstaande) ouder. Want ook dat kan helpen om je eigen emoties te reguleren.